'Concrete handvatten voor begeleiding'
Charlotte is 12, een druk en opgewekt meisje dat kampt met het zeldzame 10q26-deletiesyndroom. Ze wordt vanwege haar ernstige leer- en gedragsproblemen door het academisch ziekenhuis naar het Centrum voor Neuropsychiatrie verwezen.
Charlotte wordt nu al heel wat jaren behandeld met langwerkend methylfenidaat. Ze wordt ook behandeld voor haar aan de chromosoomafwijking gerelateerde epileptische aanvallen. Ze zit op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen en maakt het haar ouders en leerkrachten niet gemakkelijk. Charlotte heeft veel moeite om zich te concentreren en kan slecht omgaan met regels. De medicijnen lijken niet optimaal te werken. Haar ouders maken zich zorgen. Omdat Charlotte bovenmatig sociaal geïnteresseerd is, zou ze in theorie zomaar met een onbekende mee kunnen gaan.
Goed beeld
Charlotte heeft inderdaad een opvallende neiging tot toenadering, merkt ook de arts op de polikliniek. Diverse onderzoeken en tests geven een goed beeld van Charlotte. Zo heeft ze een licht verstandelijke beperking, haar sterk afwijkende inhiberende (remmende) vermogens verklaren de aandachts- en gedragsproblemen. De aandachtstoornis leidt tot inprentingsproblemen, daardoor wordt het leren bemoeilijkt. De onderzoeken laten ook beperkte sociaal-emotionele vaardigheden zien.
Gerichte adviezen
Het gebruik van methylfenidaat blijkt in de praktijk de aan ADHD-gerelateerde klachten niet te verlichten. Het gebruik geeft ook onvoldoende handvatten voor de begeleiding. De systematische observatie en ervaringen tijdens het onderzoek bieden deze wel. Vanuit een neuropsychologisch referentiekader zijn adviezen opgesteld, inclusief leerparadigma’s en gedragstherapeutische technieken. Charlotte en haar ouders kunnen hier in de eigen leeromgeving, onder begeleiding van een orthopedagoog mee aan de slag.